Droommoeder

De Droombroers gaan door nacht en ontij naar het slachthuis. Het regent hard op de door soft tone verlichte straatstenen. Er ligt hondenstront en een opengereten rat. De voeten van een slapende zwerver, lege blikjes Finkbrau.

De sleutel van de poort glijdt geruisloos in het slot. Enkele stappen verder staan ze bij de hokken.

‘Ga jij maar eerst.’

Hij neemt een mes. Het varken keelt de buurt wakker, alleen is er niemand om uit zijn slaap te halen.

‘Nu jij.’

Uit de hals van het tweede varken sputtert bloed dat bruin lijkt in de schemering.

Ze nemen de kadavers mee naar de hokken en leggen ze bij hun gelukkigere lotgenoten.

Aan de andere kant van het gebouw zit de achterpoort, die door weinigen gekend is. Ze leidt naar de Nieuwe begraafplaats, waar de mensen uit de hoogbouw komen te liggen.

De Droombroers knielen neer bij het graf van hun moeder. Niet dat ze er ooit geweest is. Een Droommoeder.  In die aarde planten ze hun mes, voor de zoveelste keer.

Eén reactie

  1. Har aldrig tu00e4nkt su00e5, men det u00e4r helt klart en smart idu00e9! Tack fu00f6r tipset! Ska bu00f6rja gu00f6ra su00e5. Det mu00e5ste ju vara stu Click https://zhoutest.wordpress.com/

Plaats een reactie